Woxikon / Verbes / Néerlandais / A / aangrinniken

NL conjuguaison Néerlandais de aangrinniken

Formes verbales au total: 52
Impératifs et participes
Tegenwoordig en verleden deelwoord aangrinnikend
Tegenwoordig en verleden deelwoord aangegrinnikt
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens grinnik aan grinnikt aan grinnikt aan grinniken aan grinniken aan grinniken aan
Imperfect grinnikte aan grinnikte aan grinnikte aan grinnikten aan grinnikten aan grinnikten aan
Toekomende tijd I zal aangrinniken zult aangrinniken zal aangrinniken zullen aangrinniken zullen aangrinniken zullen aangrinniken
Conditionalis I zou aangrinniken zou aangrinniken zou aangrinniken zouden aangrinniken zouden aangrinniken zouden aangrinniken
Perfectum heb aangegrinnikt hebt aangegrinnikt heeft aangegrinnikt hebben aangegrinnikt hebben aangegrinnikt hebben aangegrinnikt
Voltooid verleden tijd had aangegrinnikt had aangegrinnikt had aangegrinnikt hadden aangegrinnikt hadden aangegrinnikt hadden aangegrinnikt
Toekomende tijd II zal aangegrinnikt hebben zult aangegrinnikt hebben zal aangegrinnikt hebben zullen aangegrinnikt hebben zullen aangegrinnikt hebben zullen aangegrinnikt hebben
Conditionalis II zou hebben aangegrinnikt zou hebben aangegrinnikt zou hebben aangegrinnikt zouden hebben aangegrinnikt zouden hebben aangegrinnikt zouden hebben aangegrinnikt
Imperatief - grinnik aan - - grinnikt aan -

Verbes similaires à aangrinniken

Verbes conjugués avant et après aangrinniken

« aangrinniken »

Plus de propositions pour aangrinniken