Formes verbales au total:
52
Impératifs et participes
|
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
aluminiserend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord
|
gealuminiseerd |
Type
|
ik |
jij |
hij/zij/het |
wij |
jullie |
zij |
Presens |
aluminiseer
|
aluminiseert
|
aluminiseert
|
aluminiseren
|
aluminiseren
|
aluminiseren
|
Imperfect |
aluminiseerde
|
aluminiseerde
|
aluminiseerde
|
aluminiseerden
|
aluminiseerden
|
aluminiseerden
|
Toekomende tijd I |
zal aluminiseren
|
zult aluminiseren
|
zal aluminiseren
|
zullen aluminiseren
|
zullen aluminiseren
|
zullen aluminiseren
|
Conditionalis I |
zou aluminiseren
|
zou aluminiseren
|
zou aluminiseren
|
zouden aluminiseren
|
zouden aluminiseren
|
zouden aluminiseren
|
Perfectum |
heb gealuminiseerd
|
hebt gealuminiseerd
|
heeft gealuminiseerd
|
hebben gealuminiseerd
|
hebben gealuminiseerd
|
hebben gealuminiseerd
|
Voltooid verleden tijd |
had gealuminiseerd
|
had gealuminiseerd
|
had gealuminiseerd
|
hadden gealuminiseerd
|
hadden gealuminiseerd
|
hadden gealuminiseerd
|
Toekomende tijd II |
zal gealuminiseerd hebben
|
zult gealuminiseerd hebben
|
zal gealuminiseerd hebben
|
zullen gealuminiseerd hebben
|
zullen gealuminiseerd hebben
|
zullen gealuminiseerd hebben
|
Conditionalis II |
zou hebben gealuminiseerd
|
zou hebben gealuminiseerd
|
zou hebben gealuminiseerd
|
zouden hebben gealuminiseerd
|
zouden hebben gealuminiseerd
|
zouden hebben gealuminiseerd
|
Imperatief |
- |
aluminiseer
|
- |
- |
aluminiseert
|
- |
Verbes similaires à aluminiseren
Verbes conjugués avant et après aluminiseren
Plus de propositions pour aluminiseren