Formes verbales au total: 18
Impératifs et participes
Tegenwoordig en verleden deelwoord desoxyderend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gedesoxydeerd
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens - - desoxydeert - - desoxyderen
Imperfect - - desoxydeerde - - desoxydeerden
Toekomende tijd I - - zal desoxyderen - - zult desoxyderen
Conditionalis I - - zal desoxyderen - - zullen desoxyderen
Perfectum - - heeft gedesoxydeerd - - hebben gedesoxydeerd
Voltooid verleden tijd - - had gedesoxydeerd - - hadden gedesoxydeerd
Toekomende tijd II - - zal gedesoxydeerd hebben - - zult gedesoxydeerd hebben
Conditionalis II - - zal hebben gedesoxydeerd - - zullen hebben gedesoxydeerd

Verbes similaires à desoxyderen

Verbes conjugués avant et après desoxyderen

« desoxyderen »