Woxikon / Verbes / Néerlandais / D / doorschuiven

NL conjuguaison Néerlandais de doorschuiven

Formes verbales au total: 52
Impératifs et participes
Tegenwoordig en verleden deelwoord doorschuivend
Tegenwoordig en verleden deelwoord doorgeschoven
Type ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens schuif door schuift door schuift door schuiven door schuiven door schuiven door
Imperfect schoof door schoof door schoof door schoven door schoven door schoven door
Toekomende tijd I zal doorschuiven zult doorschuiven zal doorschuiven zullen doorschuiven zullen doorschuiven zullen doorschuiven
Conditionalis I zou doorschuiven zou doorschuiven zou doorschuiven zouden doorschuiven zouden doorschuiven zouden doorschuiven
Perfectum heb doorgeschoven hebt doorgeschoven heeft doorgeschoven hebben doorgeschoven hebben doorgeschoven hebben doorgeschoven
Voltooid verleden tijd had doorgeschoven had doorgeschoven had doorgeschoven hadden doorgeschoven hadden doorgeschoven hadden doorgeschoven
Toekomende tijd II zal doorgeschoven hebben zult doorgeschoven hebben zal doorgeschoven hebben zullen doorgeschoven hebben zullen doorgeschoven hebben zullen doorgeschoven hebben
Conditionalis II zou hebben doorgeschoven zou hebben doorgeschoven zou hebben doorgeschoven zouden hebben doorgeschoven zouden hebben doorgeschoven zouden hebben doorgeschoven
Imperatief - schuif door - - schuift door -

Verbes similaires à doorschuiven

Verbes conjugués avant et après doorschuiven

« doorschuiven »

Plus de propositions pour doorschuiven