Formes verbales au total:
52
Impératifs et participes |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | kostumerend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | gekostumeerd |
Type | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | kostumeer | kostumeert | kostumeert | kostumeren | kostumeren | kostumeren |
Imperfect | kostumeerde | kostumeerde | kostumeerde | kostumeerden | kostumeerden | kostumeerden |
Toekomende tijd I | zal kostumeren | zult kostumeren | zal kostumeren | zullen kostumeren | zullen kostumeren | zullen kostumeren |
Conditionalis I | zou kostumeren | zou kostumeren | zou kostumeren | zouden kostumeren | zouden kostumeren | zouden kostumeren |
Perfectum | heb gekostumeerd | hebt gekostumeerd | heeft gekostumeerd | hebben gekostumeerd | hebben gekostumeerd | hebben gekostumeerd |
Voltooid verleden tijd | had gekostumeerd | had gekostumeerd | had gekostumeerd | hadden gekostumeerd | hadden gekostumeerd | hadden gekostumeerd |
Toekomende tijd II | zal gekostumeerd hebben | zult gekostumeerd hebben | zal gekostumeerd hebben | zullen gekostumeerd hebben | zullen gekostumeerd hebben | zullen gekostumeerd hebben |
Conditionalis II | zou hebben gekostumeerd | zou hebben gekostumeerd | zou hebben gekostumeerd | zouden hebben gekostumeerd | zouden hebben gekostumeerd | zouden hebben gekostumeerd |
Imperatief | - | kostumeer | - | - | kostumeert | - |
Verbes similaires à kostumeren
Verbes conjugués avant et après kostumeren
Plus de propositions pour kostumeren