Formes verbales au total:
52
Impératifs et participes |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | meeschreeuwend |
Tegenwoordig en verleden deelwoord | meegeschreeuwd |
Type | ik | jij | hij/zij/het | wij | jullie | zij |
Presens | schreeuw mee | schreeuwt mee | schreeuwt mee | schreeuwen mee | schreeuwen mee | schreeuwen mee |
Imperfect | schreeuwde mee | schreeuwde mee | schreeuwde mee | schreeuwden mee | schreeuwden mee | schreeuwden mee |
Toekomende tijd I | zal meeschreeuwen | zult meeschreeuwen | zal meeschreeuwen | zullen meeschreeuwen | zullen meeschreeuwen | zullen meeschreeuwen |
Conditionalis I | zou meeschreeuwen | zou meeschreeuwen | zou meeschreeuwen | zouden meeschreeuwen | zouden meeschreeuwen | zouden meeschreeuwen |
Perfectum | heb meegeschreeuwd | hebt meegeschreeuwd | heeft meegeschreeuwd | hebben meegeschreeuwd | hebben meegeschreeuwd | hebben meegeschreeuwd |
Voltooid verleden tijd | had meegeschreeuwd | had meegeschreeuwd | had meegeschreeuwd | hadden meegeschreeuwd | hadden meegeschreeuwd | hadden meegeschreeuwd |
Toekomende tijd II | zal meegeschreeuwd hebben | zult meegeschreeuwd hebben | zal meegeschreeuwd hebben | zullen meegeschreeuwd hebben | zullen meegeschreeuwd hebben | zullen meegeschreeuwd hebben |
Conditionalis II | zou hebben meegeschreeuwd | zou hebben meegeschreeuwd | zou hebben meegeschreeuwd | zouden hebben meegeschreeuwd | zouden hebben meegeschreeuwd | zouden hebben meegeschreeuwd |
Imperatief | - | schreeuw mee | - | - | schreeuwt mee | - |
Verbes similaires à meeschreeuwen
Verbes conjugués avant et après meeschreeuwen
Plus de propositions pour meeschreeuwen